Het westelijke deel van de wijngaard is gelegen op een oude kreekrug (zavel op zand) die in het oosten overgaat in een poelgrond (jonge zeeklei op veen op oude blauwe zeeklei). Door de bedijking en afwatering van Walcheren in de 12e eeuw ging het veen, door de blootstelling aan zuurstof, inklinken en dat zorgde voor de hogere ligging van de oude kreekruggen in het landschap.
Voor de wijnbouw is dit verschil in bodem uitermate interessant, want zand is er om bekend elegante, aromatische wijnen voort te brengen, terwijl klei zorgt voor meer body en kleur. Beide bodems zijn zeer kalkrijk en bevatten al op minder dan één meter een hoop schelpen.